Ponferrada. Die naam staat groot geschreven op de kalender van Annemiek. In en rond die Spaanse gemeente worden in september van dit jaar namelijk de wereldkampioenschappen verreden. Momenteel is Annemiek met de Nederlandse selectie en het Rabo Liv team in Spanje en daar verkenden zij de WK parcoursen van de individuele tijdrit, de ploegentijdrit en de wegwedstrijd. “En die waren nog best verschillend”, vertelt Annemiek. “Ik heb in ieder geval alles bekeken en ben ook mee gaan kijken hoe de individuele tijdrit is. Gewoon om het gezien te hebben. Dat is in ieder geval niet echt mijn ding, met heel veel stukken recht toe, recht aan.”
Wel haar ding is de route van de ploegentijdrit. “Die is een beetje hetzelfde als vorig jaar, maar toch iets lastiger. Het is nog steeds wel vrij rechtuit, maar er zit ook een extra lusje in door Ponferrada. Daardoor zijn er iets meer bochten en dat is wel in het voordeel van ons team. Goud winnen in die ploegentijdrit is wel echt een droom voor mij en als het echt goed gaat zat dat er ook in. Vorig jaar wonnen we zilver en dat is heel mooi, maar je wilt natuurlijk wel echt voor het hoogst haalbare gaan. Ik wil graag goed zijn voor de wegwedstrijd en als ik dat ben, dan ben ik dat automatisch ook voor de ploegentijdrit. De techniek daarvoor heb ik onder de knie en we zijn als team goed op elkaar ingespeeld.”
In de wegwedstrijd greep Marianne Vos na goed werk van het Nederlandse team vorig jaar opnieuw de zege. Dit jaar hoopt Annemiek nog beter uit de verf te komen op het WK en dus kijkt ze uit naar 27 september. Ze zag in Spanje een mooi parcours. “Maar wel erg lastig. Slopend vooral”, zo meent Annemiek. “Er zitten net zoveel hoogtemeters in de wedstrijd als in Florence, maar de klimmen zijn wel minder zwaar. Toen waren ze veel steiler en dan is de wedstrijd toch al snel voor minder meiden weggelegd. Nu zit er bijvoorbeeld wel een klim in van vier kilometer, maar die is niet heel steil en daardoor moet er wel gekoerst worden om er een zware wedstrijd van te maken. Ik denk dat de technische afdaling ook wel in ons voordeel is. Je moet daar van vooraan aan beginnen, dus op de heuvels zal iedereen ook willen positioneren. Ik vind het een mooi parcours.”