Vier dagen nadat ze haar wereldtitel tijdrijden met succes verdedigde, doet Annemiek zaterdag weer een gooi naar het goud. Als er ergens een kans ligt om wereldkampioen op de weg te worden, dan is het misschien wel nu in Oostenrijk. “Het is niet vaak dat we op een parcours rijden dat me zo goed ligt als deze”, aldus Annemiek. “Dat zorgt misschien ook voor iets meer druk.”
Het parcours in Innsbruck leent zich inderdaad voor de klimmers. Na een heuvelachtige aanloop over tachtig kilometer, met daarin na ruim zestig meter de steile Gnadenwald als eerste mogelijke scherprechter, bereiken de rensters het lokale circuit. Daarin is ditmaal niet voor een korte ronde gekozen, maar één van ruim 23 kilometer die het peloton drie keer af moet leggen. “In die ronde moeten we telkens een klim van bijna achter kilometer afleggen, voordat we finishen.”
Met al met al zo’n dertig kilometer aan echt klimwerk, is het dus ook echt een zware wegwedstrijd. “Dit is een uniek WK”, meent Annemiek. “Vaak hebben we wel een klimmetje van een paar kilometer, maar de laatste keer dat er een WK was met zo’n lange klim erin is lang geleden. Deze wegwedstrijd is dus wel echt een ‘once in a lifetime’ kans. Dat is toch anders dan wanneer je de Ardennen week ingaat in het voorjaar. Als het dan in de Amstel Gold Race niet gaat denk je; woensdag weer een kans. Nu we op dit WK een parcours hebben dat me echt ligt, is dat anders.”
“Een zware wedstrijd is wel op mijn lijf geschreven”
Annemiek ziet dus kansen. “Ik moet er wel bij aantekenen dat we niet dezelfde klim op het einde hebben als de mannen”, zo zegt ze. “Zij hebben een super steile klim. Die klim die wij doen in de finaleronde is gemiddeld 6%, maar die drie klimmen zorgen samen al wel voor meer dan 2400 hoogtemeters. En ook de afstand van onze wedstrijd is lang. In La Course heb ik laten zien dat het qua inhoud ook goed zit en een zware wedstrijd is wel op mijn lijf geschreven. Ik kijk er dus wel naar uit.”
Initiatief nemen
Als de rensters de top van de laatste klim bereiken, moet er nog wel dertien kilometer gereden worden tot de finish. “De klim zelf is niet steil genoeg voor echt heel grote verschillen. Er moet dus wel voor gekoerst worden om de klim al met al hard te maken. Niet veel landen zullen dat willen. We zullen daar als Nederland wel een initiatief in moeten nemen en ik verwacht dat landen als Australië, Italië en wellicht ook Amerika er baat bij hebben. Plus wellicht nog een paar individuen.”
(Tekst gaat verder onder de foto)
“We staan hier gewoon met een droomteam aan de start”
De grootste kanshebbers naast Annemiek? Die komen volgens insiders uit eigen land. Anna van der Breggen is daarbij de voornaamste naam, maar ook Lucinda Brand bewees dit jaar al meermaals dat ze zeer goed klimt. “We zijn ons er als team bewust van dat juist doordat we meerdere troeven in handen hebben, we nog meer onder een vergrootglas komen te liggen. Op de EK verliep dat niet helemaal naar wens en kwamen daar direct vragen over. Het is een feit dat Anna en ik super sterk zijn. Misschien was het voor een WK beter dat we een andere nationaliteit hadden, maar er staat tegenover dat één van ons hopelijk kan profiteren van de ander. We staan hier gewoon met een droomteam aan de start en kunnen de wedstrijd kneden zoals we willen.”
Flink wat concurrenten
Het gevaar van de buitenlandse concurrentie ligt echter wel degelijk op de loer. “Sterke landen zonder kopvrouw bergop, zoals Duitsland en Frankrijk, zullen een andere tactiek hebben dan landen met klimmers. Qua klimmers denk ik aan Ashleigh Moolman (Zuid-Afrika), Elisa Longo Borghini (Italië), Amanda Spratt (Australië), Megan Guarnier (Amerika) en Kasia Niewiadoma (Polen) als grootste concurrentes. Daarbij heeft Spratt met Lucy Kennedy een heel goede ploeggenote, zie ik in Jolanda Neff (Zwitserland) een dark horse en verwacht ik ook Spanje, met Eider Merino en Margarita Victoria Garcia.”
De Nederlandse vrouwen zullen dus nog heel wat rensters hebben om in het oog te houden. “Vorig jaar hadden we als tactiek, een middenvelder mag ook scoren. Dat ligt dit jaar wel iets anders, omdat het parcours gewoon anders is. Dit jaar zal het wel wat meer van Anna en mij moeten komen, waarbij ook Lucinda wellicht kan profiteren.”
“Vorig jaar was mijn eerste ervaring als mede kopvrouw op een WK”
Geleerd van vorig jaar
Dat haar eigen vorm goed is, dat werd dinsdag nog wel extra duidelijk. “Mijn persoonlijke doel is om zo optimaal mogelijk voorbereidt aan de start te staan. Ik heb er vertrouwen in dat ik op mijn best aan de start sta en hoop dat ik mijn goede benen kan gebruiken om mee te strijden om de trui. Ook heb ik geleerd van vorig jaar, als vooruitgeschoven renster met Anna. Dat was mijn eerste ervaring als mede kopvrouw op een WK. Dit jaar is dat opnieuw zo en dat is wel een voordeel. Het is bagage die je meeneemt.”
Foto’s: Sportfoto.nl – Beelden uit de wegwedstrijd van de WK 2017 in het Noorse Bergen