De hoogtestage zit er bijna op en ik vind het bijna jammer om weg te gaan, want inmiddels bevalt het ritme van slapen, eten, trainen, siesta, eten en slapen me wel :-). Dit was mijn vijfde hoogtestage tot nu toe: twee keer Sierra Nevada in mei/juni, twee keer Italië in augustus en een keer Tenerife in februari van dit jaar.
Tot nu toe blijft Trepalle (vlakbij Livigno, maar dan bovenop een pas tussen Livigno en Bormio op 2300 meter) mijn favoriete locatie om op hoogtestage te gaan. Gewoon omdat je dan lekker in een klein familiehotel verblijft, het eten altijd vers is en geserveerd wordt aan tafel… maar ook omdat het daar wat eenvoudiger is om op hoogte te trainen, zodat je niet elke dag zoals hier weer twee uur omhoog moet rijden voor je bij je hotel bent. Er is hier maar een weg naar beneden en daardoor is de keuze om rondjes te rijden hier wat beperkt en de alternatieve wegen zijn steil (20% is geen uitzondering!). Als je echter de auto pakt, dan zijn er oneindig meer mogelijkheden en kan je echt prachtig fietsen. Alleen probeer ik altijd zoveel mogelijk op hoogte ook te trainen en daardoor kies ik er minder snel voor om mijn auto te pakken.
Er zijn echter ook veel voordelen aan het verblijf hier in het CAR (Centro de Alto Rendimiento)
+ super goede krachtfaciliteiten
+ medische faciliteiten (je mag gratis naar de fysiotherapeut hier als je een blessure hebt)
+ eten staat drie keer per dag voor je klaar (al kook ik liever zelf :-))
+ de koffie is goed! En dat is in Spanje niet altijd vanzelfsprekend. 🙂
+ integratie met topsporters uit allerlei disciplines en uit allerlei landen
+ het weer is hier in mei en juni perfect
De laatste twee pluspunten zijn voor mij het belangrijkste: het weer is hier gewoon goed en toen ik de sneeuwfoto’s van Livigno en Andorra voorbij zag komen op Twitter, was ik blij dat ik hier weer heen ben gegaan! Daarnaast heb ik weer leuke andere topsporters ontmoet (een aantal kende ik nog van vorig jaar). Ik vind dat echt een verrijking, zeker als je het hele jaar verder veel dezelfde gezichten ziet. Ook met het oog op de olympische spelen volgend jaar is het leuk om topsporters hier te ontmoeten. Natuurlijk is er van beide kanten hoop om elkaar in Rio weer te zien! Het is hier dit jaar ook al beduidend drukker dan vorig jaar: je merkt dat dit jaar iedereen zich moet gaan kwalificeren voor de Spelen van 2016 in Rio en zich daarvoor hier op hoogte aan het voorbereiden is.
De laatste paar dagen heb ik steeds met Sebastian Karaś, een Poolse lange afstandszwemmer aan tafel gezeten. Hij probeert zich te kwalificeren voor de 10km open water. Het was interessant om van hem te horen hoe hij zijn sport beleeft en soms opziet tegen trainingen (gemiddeld 16 km per dag moet hij zwemmen..). Dan ben ik wel weer heel blij dat wielrennen mijn sport is: lekker buiten en genieten van de mooie omgeving. Dan besef je ook al snel dat je niet moet zeuren dat de rondjes hier wat beperkt zijn. 🙂
Voor de liefhebbers van aantallen uren, kilometers en andere (on)zinnige statistieken 🙂
Bij deze de hoogstestage in getallen:
- 21 dagen geslapen op hoogte
- 17 dagen getraind op de fiets
- 4 rustdagen
- 62 uur gefietst (waarvan 18 uur op de tijdritfiets)
- 5 krachttrainingen
- 1563 kilometer gefietst (waarvan 472 kilometer op de tijdritfiets)
- 30.418 m geklommen
- Record was 3400 meter in 1 training (tijdens langste training van 6 uur)
- 1 lekke band…
- 2 keer niet naar het hotel omhoog geklommen
- 7 keer samen getraind met elke keer wisselend gezelschap!
- 10 keer alleen getraind