Dat zijn zo’n beetje de ingrediënten van de afgelopen week. De tijdritfiets heb ik hier in elk geval niet voor niets meegenomen: ik heb er 500 kilometer op gereden hier. Met de regen valt het wel mee, zeker omdat ik de intervallen toch ‘vlak’ wil doen en daarvoor naar de 12 kilometer lange weg langs het meer droog kan trainen. Deze weg is overdekt door een ‘galerij’ en daar onder kan ik goed mijn blokken doen.
Mijn trainer Louis Delahaije heeft vanaf nu vooral heel veel “HIT” High Intensity Trainingen op mijn schema gezet die ik moet doen op de tijdritfiets. De broodnodige;-) ‘variatie’ zit in de lengte van de blokken van 4×8 minuten vol gas tot 8×4 minuten vol gas met vier minuten pauze tussendoor. “HIT” is niet mijn favoriete trainingsvorm: als het ‘lekker’ voelt ga je niet hard genoeg, dus bij deze trainingen boven je omslagpunt moet het gewoon maximaal. Je benen lopen snel vol, en dan is het worstelen om nog aan je beoogde wattages te komen, helemaal hier op hoogte. Sommige van deze trainingen moet ik ook lager doen om voldoende kwaliteit te houden (bij Bormio is het 1200 meter, dat is qua zuurstofniveau bijna gewoon ‘zeeniveau’). Het verschil ik wel goed merkbaar!
Tot nu toe gaat het hier goed: ik heb behoorlijk wat uren gemaakt, maar voel me nog steeds fit en ik heb alle trainingen ondanks de regen, prima kunnen uitvoeren. In de Sierra Nevada afgelopen mei voelde ik me op een gegeven moment heel sterk, doordat ik daar op hoogte al hele hoge wattages haalde, die ik nog niet eerder had gehaald. Dat is nu niet het geval en dat maakt je als sporter soms wat onzeker. Het is wel te verklaren door de lagere temperaturen hier, de regen, de blokken op de tijdritfiets i.p.v. wegfiets en intervaltrainingen die ik nu doe op 1800 meter die ik in de Sierra bijna op zeeniveau deed.
Ik zit hier nog een drie dagen. De tijd gaat veel te snel! Er staat nog een HIT dag op het programma en verder is het vooral gas terugnemen om vervolgens in de Lotto Belisol Tour de puntjes op de i te zetten. De koers daar begint met een 7 kilometer proloog. Ik ben benieuwd hoe ik daar ga rijden. Ik wil de tijd op hoogte maximaliseren en rijd daardoor pas woensdag 10 september terug naar België om gelijk de volgende dag van start te gaan in de proloog.
De eerste dagen na hoogte kan je een ‘vormdip’ hebben, dus ik ga zeker niet gelijk me ongerust maken als het in de proloog nog niet zo goed gaat. De koers in België rijd ik vooral om weer wedstrijdhardheid op te doen en ook weer een beetje de benen te laten ‘draaien’, want hier met al die bergen en steeds bergop terugkomen zit het er niet in om nog even lekker de benen los te rijden in het laatste uur. Ik moet elke dag minimaal weer 600 meter omhoog om vanuit Livigno bij mijn hotel op 2300 meter hoogte weer terug te komen en als ik afdaal naar Bormio/Stelvio/Gavia is dat zelfs van 1000 naar 2300 meter!
De tijd is hier in elk geval voorbij gevlogen en ik heb geen dag spijt gehad van mijn besluit om weer hierheen te gaan. Ik ben natuurlijk wel benieuwd hoe het nu gaat uitpakken, zeker omdat ik hier nu wat korter heb gezeten dan tijdens de vorige hoogestages (nu 16 dagen, vorige twee keer 21 dagen, want op hoogte geldt: langer is een groter effect!).
Een van de dingen waar ik het meest van geniet hier is de lol die ik heb met het personeel. Mijn Italiaans wordt met de dag weer wat beter, maar met een mix van Italiaans en Engels kom ik ook vrij ver. De meeste mensen in het hotel zijn op doorreis en blijven dan maar een nacht. Aangezien ik hier als enige langer zit en vorig jaar hier ook al was, voel ik me hier al behoorlijk thuis. Bij terugkomst na een regenachtige training staan ze klaar met koffie of thee… Ik mag elke avond kiezen wat ik wil eten en als ik er in het Italiaans niet uit kom, mag ik zo de keuken in om te kijken wat er die avond op het menu staat! Ik kan gratis gebruik maken van de wasmachines en… als ik op een rustdag wat wil uitslapen en daardoor het ontbijt misloop… is dat geen probleem. Ideaal voor een uitslaper als ik. 🙂
Kortom: over drie dagen al weer weg 🙁 !