Gisteren stond er weer een ‘HIT’ op het programma: ‘High Intensity Training’. Niet bepaald mijn favoriete trainingen. Tot het moment dat je ze afgerond hebt dan, want dan voel je je wel weer extreem voldaan. De opdracht was tien keer twee minuten volle bak, op zo’n intensiteit dat de tiende herhaling ook nog zo goed moest zijn als de eerste intervallen van twee minuten.
Het zijn de soort dagen waarop ik wakker word, realiseer wat voor training er op mijn programma staat en dat dan al mijn gemoedstoestand een beetje naar beneden gaat; dat wordt maximaal afzien vandaag. Gisteren alleen wel maar tien keer twee minuten. Ik moet dit regelmatig langer doen, dus deze viel wat dat betreft nog wel mee.
Ik werd geïnspireerd tot het schrijven van deze blog toen ik me gisteren realiseerde welke ‘gesprekken’ er allemaal in mijn hoofd gaande zijn voor en tijdens zo’n training. Het leek me wel eens leuk om dit met jullie te delen. Als ik er met collega’s over praat (mannen en vrouwen) merk ik dat ik niet de enige ben met deze gesprekken in mijn hoofd.
Eenmaal afgedaald en rijdend richting de weg waar ik eraan moet gaan beginnen, betrap ik me erop dat ik bij elk barretje eigenlijk wil stoppen om zo de start van het intervallen nog even uit te stellen. Het uitstellen maakt het uiteindelijk alleen maar erger, maar ja… ik moet toch even naar het toilet, ook een van die dingen die ik gedaan moet hebben voor zo’n training. Met een volle blaas is het niet lekker intervallen.
“De strepen van de test die Saxo Bank hier altijd deed staan nog steeds op de weg.”
En dan ben ik uiteindelijk toch aangekomen op het kruispunt TF 28 – TF 563 naar El Fronton, waar veel profs hier hun intervallen doen omdat de weg vrij rustig is. De strepen van de test die Saxo Bank hier altijd deed staan nog steeds op de weg. Ik voel dat ik licht zenuwachtig ben, want zo’n training is ook altijd gelijk een beetje een test van je vorm. Als je goede wattages haalt, stijgt je zelfvertrouwen en vice versa.
Na de eerste interval die nooit lekker voelt, begint de onderhandeling met mezelf om misschien maar niet 10 intervallen te doen, maar minder want…’die eerste voelde niet zo top… misschien ben ik niet zo fit vandaag… et cetera’. Deze onderhandeling vindt altijd in mijn hoofd plaats, maar ik kan me nog niet één keer herinneren dat ik minder intervallen heb gedaan dan Louis heeft voorgeschreven (tenzij ik echt ziek zou zijn, maar dan was ik überhaupt niet vertrokken). Een kansloze missie dus, deze nutteloze dialoog in mijn hoofd, en ik moet er in mezelf altijd om lachen als ik mezelf er op betrap.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Na de derde interval merk ik dat ik misschien wel heel enthousiast ben vertrokken en dit niet tien keer ga volhouden op hetzelfde wattage. Ik prik na het derde interval in mijn vinger en test de hoeveelheid aangemaakte lactaat na het interval: 16,7 mmol. Boven de 4-6 mmol ben je bezig ‘boven je omslagpunt’: het voelt alsof het zuur uit mijn oren komt en dat klopt dus in principe wel. Het trainingsdoel van ‘in het rood rijden’ ben ik zo wel aan het halen. Alleen ik heb er pas drie gedaan en heb nog zeven van die ellendige twee minuten te gaan. Wat is nu twee minuten, zeg ik tegen mezelf. ‘Was ik maar over de helft.’ ‘Ik moet misschien ietsje minder hard om dit nog zeven keer vol te kunnen houden.’ Mijn gevoel liegt niet en ik zie de wattages met elke interval omlaag gaan. Ik hoor Louis tegen mezelf praten ‘jezelf niet afschieten…’. Dat is dus mislukt Louis, sorry.
Het gevolg is dat de power om niet teveel te gaan vervallen in wattage uit mijn tenen moet komen (stel Bauke Mollema voor die maximaal aan het afzien is op een klim…zo ziet het er bij mij dan ook uit…). Ik probeer vaker te gaan staan om het wattage nog enigszins omhoog te krijgen, maar het wordt een dans van ‘de stervende zwaan’. Helaas; de volgende keer toch mezelf wat meer inhouden in de eerste intervallen.
“Geen beloning, geen motiverende woorden van Louis, alleen mijn eigen tegenstander; de wattagemeter.”
Ik bedenk me ook nog even hoe motiverend het trainen was op de baan, waar een coach continu aanwezig is die je motiveert. Hier op deze eenzame weg, moet ik mezelf motiveren om iedere keer als ik ben omgedraaid en weer ben afgedaald, opnieuw aan ‘de ellende’ 😉 te beginnen. Geen beloning, geen motiverende woorden van Louis, alleen mijn eigen tegenstander; de wattagemeter (die me vandaag ook nog eens vertelde dat met elk interval mijn wattage aan het kelderen was… 😉) en mijn zelfmotiverende woorden in mijn hoofd. Eenmaal over de helft weet ik dat ik het ga halen (ook dat heb ik me afgevraagd, kan ik wel tien keer zo diep gaan vandaag?) en bij de laatste 2 is het einde in zicht. Twee minuten lijken een eeuwigheid te duren. Ik ga steeds eerder staan en dan weer snel zitten, omdat mijn benen schreeuwen om te stoppen, maar ik constateer ook dat er iets in me zit dat ik nooit opgeef en altijd maximaal blijf gaan.
Volgende keer toch niet op honderd procent mijn eerste intervallen doen, maar op achtennegentig procent om het zelfde niveau vast te houden tot het einde, stel ik vast. Het is tijd om mijn bidons bij te vullen en weer terug naar mijn hotel te fietsen. Nog maar twee en een half uur en tweeduizend meter te klimmen voor ik weer terug ben bij mijn Parador hotel. Dat voelt na zo’n training als uitpeddelen. 😊
Annemiek
Heel herkenbaar Annemiek zowel het uitstelgedrag als te hard beginnen en dan denken moet de volgende keer iets minder hard beginnen en dan begin ik de volgende keer toch weer te hard, heb jij daar ook last van?
Wel leuk om te lezen dat een topper als jij dezelfde gedachtes heeft 😀
Mooi verwoord!! Veel bewondering! Annemiek!
Groet, bert
Hoe ga je dat de volgende keer doen, 98%?? Heb je daar een knopje voor om in te stellen? iig veel succes!
Hoi Annemiek, wat leuk en goed om te lezen hoe je weer bezig bent, zo laat je ons op een mooie manier zien dat de resultaten ook bij jou niet vanzelf komen……..
Ik moet eerlijk bekennen dat ik nooit op zo’n manier getraind heb. Het is zeker leuk om lezen! Ik ben zeer blij dat je naar Waregem komt! Als politiek verantwoordelijke zal ik je zeker wel ontmoeten en hopelijk zien we je op het podium! Mvg Joost Kerkhove
Leuk om te lezen, inderdaad herkenbaar.. Wat ik me wel afvraag of dit nou juist wel of niet goed is om in je eentje te doen. Aan de ene kant kunnen trainer of teammates je misschien motiveren of juist afremmen, en aan de andere kant: in een wedstrijdsituatie moet je de wattages toch ook in je eentje trappen.
Gelukkig heeft iedereen op elk niveau dezelfde gedachten. Had ik vroeger bij de baanatletiek al en nu met Zwift intervallen bij het fietsen. Jezelf voor de gek houden, maar altijd doorgaan. Succes Annemiek!
PS altijd luisteren naar Louis 😉
hmm ik moet wel eens aan het commentaar denken van Maarten Ducrot😂 tijdens het afzien😅. beetje vreemd 😛
Super leuk geschreven verhaal! Erg herkenbaar, vooral in het begin de eerste paar intervallen iets te enthousiast van start gaan en je dan toch motiveren om nog volle bak de resterende intervallen door te komen….pffff. En inderdaad eentevreden gevoel na de training 😊.
Heel herkenbaar! Voortdurend last van “uitstelgedrag” maar toch de volledige training afwerken. Respect Annemiek.
Leuk dat het herkenbaar is Peter! 🙂