Op Papendal had Annemiek donderdag en vrijdag een bijeenkomst met het Nederlandse vrouwenteam dat deelneemt aan de Olympische Spelen. Daarbij werd het plan voor de wegwedstrijd alvast doorgenomen en was er op vrijdag tijd voor de pers. Zondag vliegt de groep naar Rio de Janeiro. Annemiek: “Ik heb mijn tas al ingepakt, maar als je zondag op Schiphol staat weet je wel dat het dan ook echt gaat beginnen.”
Donderdag was de eerste bijeenkomst met Annemiek, Ellen van Dijk, Marianne Vos en Anna van der Breggen als rensters en bondscoach Johan Lammerts. “Daarmee is het wel echt begonnen nu. De rensters waar ik in Thüringen nog tegen reed, zijn de komende week mijn ploeggenoten en dat is leuk. Dan komt wel een beetje het teamgevoel boven. Zo zijn we een playlist aan het samenstellen, hebben we een groepsapp en met zijn allen wat interviews.”
Moeite om op elkaar ingespeeld te raken lijkt er ook niet te zijn. “We zijn wel echt een team, maar dat waren we denk ik ook al wel. Drie van deze vier rensters reden natuurlijk al de Olympische Spelen in Londen en Anna ken ik ook heel goed. Ik denk dat we elkaar heel goed aanvoelen en dat merk je ook wel. Dat we bijvoorbeeld tactisch op één lijn zitten en aan een woord genoeg hebben om elkaar te verstaan.
Laatste testen
Ter voorbereiding op de Olympische Spelen kwam Annemiek deze week nog twee keer in actie. Maandag won ze het criterium Daags na de Tour Boxmeer en twee dagen later reed ze in de Acht van Chaam naar de derde plek. “In Boxmeer reed ik al snel weg met Roxane Knetemann”, vertelt Annemiek. “Lucinda probeerde naar ons toe te rijden en dat hoorden we via de speaker, waardoor Roxane niet meer mee wilde rijden, omdat haar ploeggenote op komst was. Ik ben toen zelf even goed gas gaan geven, want ik had geen zin om tegen twee Rabo-rensters te moeten rijden. Dat lukte, want het gat werd steeds groter en in de laatste ronden kon ik bij Roxane wegrijden.”
Woensdag liep het iets anders. “In Alblasserdam heb ik vooral lekker mee gesprint. Dat was de opdracht die mijn trainer had meegegeven. Toen het ging regenen keken Ellen en ik elkaar aan: we wilden allebei geen risico’s nemen met het oog op Rio. Dat was ook wat de speaker ons maar toe bleef roepen, haha. Alblasserdam is best lastig met klinkers en veel witte strepen, dus daardoor reed ik niet relaxed meer rond toen het begon te regenen. Lucinda had minder angst, viel aan voor de laatste bocht en won. Ellen en ik werden twee en drie.”
Wil graag vlammen
Aan daarmee zat de voorbereiding er dan ook echt op. “Zondag gaan we met de hele wegselectie naar Rio. Ik ben er echt klaar voor, kijk er naar uit om dat mooie rood-wit-blauwe met oranje outfit aan te mogen trekken op 7 augustus en met deze drie sterke meiden voor Nederland te mogen gaan uitkomen.” En Annemiek is er klaar voor. “De aanloop naar Londen was heel anders. Toen had ik wat meer angst over hoe ik ervoor stond na mijn sleutelbeenbreuk en die is er nu totaal niet. Nu voel ik me fit en goed. Ik merk dat ik er veel meer naar uitkijk om te mogen vlammen.”
Annemiek,
Ik hoop dat de tactiek het toelaat dat jij op je o zo eigen manier kan koersen nl. aanvallend. Ik meen te begrijpen dat de kaart Anna en Marianne getrokken gaat worden, maar wie tweede kan worden in de Waalse Pijl kan ook winnen in Rio.
Gewoon lekker knallen op zijn Annemieks. De laatste kilometers lijken ideaal voor een tijdritje …
Geniet van je selectie, koers als altijd en hopelijk zien we jou op het podium.
Ronny
Annemiek,
Succes in Rio en voor morgen een goede reis.
Zet hem op en geniet van het feit dat je tot het selecte gezelschap hoort dat het Rood, Wit, Blauw mag vertegenwoordigen in Rio.
Groeten uit Waddinxveen,
Ad en Connie