Veel kansen op een massasprint zijn er niet in deze Giro Rosa. Maandag was er wel een mogelijkheid, met dus ook de bijhorende hectiek. Maar de massasprint, die kwam er niet. Het peloton liet lang begaan en kwam uiteindelijk te laat om drie Italiaanse koploopsters te achterhalen, waarbij de jonge Letizia Borghesi won. Annemiek zat er niet mee: “Ik ben vandaag veilig naar de finish gereden en heb geen trap teveel hoeven doen.”
De 100 kilometer lange etappe was relatief vlak, hoewel je daar in de Giro Rosa nooit echt van kunt spreken. “Als team zaten we lekker in de koers en we zaten allemaal steeds goed van voren om uit de problemen te blijven”, keek Annemiek tevreden terug. “Dit was nu typisch een etappe waar ik niet kan ‘winnen’ maar waarin je als klassementsrenner alleen iets te verliezen hebt. Dat vind ik het lastigste aan voor klassement rijden; dagen als deze dat je eigenlijk alleen ‘negatieve doelen’ hebt.”
Energie sparen en veilig naar finish rijden, dat was dus het doel. “Dat is beiden perfect gelukt. Het was wel een beetje bijzonder dat de teams met sprinters niet gingen samenwerken om kopgroep terug te rijden. Er zijn vrijwel geen kansen voor sprinters als Kirsten Wild en Lotte Kopecky bijvoorbeeld, maar voor ons was het prima dat die kopgroep wegbleef, zodat er minder stress was voor de finish.”
‘Giro gaat nu écht beginnen’
Dat zal dinsdag hoe dan ook anders zijn, want dan wil iedereen vooraan zitten, in aanloop naar de slotklim. “De Gavia is er dus uit, maar de finish op de Lago di Cancano is ook pittig. In 2011 zijn we die ook opgereden. Het is een prachtige klim, hoewel hij wel veel korter en minder hoog is dan de Gavia. Daardoor zullen de tijdsverschillen minder groot zijn dan we anders gehad zouden hebben, maar nog steeds is het een echt lastige klim. Vanuit het vertrek gaan we ook nog over een andere klim, dus het wordt best een lastige dag morgen. Voor Spratty en mij gaat de Giro nu pas écht beginnen.”
Foto: Getty Images