Het was dinsdag weer een lastige dag in de Giro Rosa en niet zozeer door het parcours. “We reden een Italiaanse criterium”, vertelt Annemiek. En dat ging ook op zijn Italiaans. “De organisatie wist ook niet hoeveel rondjes we moesten rijden denk ik, want ook vandaag reden we weer tien kilometer extra. Dat is echt typisch voor de Giro. Het routeboek klopt nooit. Ik blijf iedere dag braaf een tape maken met kilometers, maar tot nu toe klopte het nog niet één dag!”
Er werd direct flink gekoerst in de vierde etappe. “Het ging hard vanuit het vertrek. Wij hadden daarbij dezelfde tactiek als gisteren: onze klassementsrenner Ashleigh veilig naar de finish brengen. En dat was vandaag niet easy, want vanuit het vertrek reden we in een lang lint en ging het 45 kilometer per uur vol gas, met overal valpartijen. Lang was er daarna een groep van vier weg, maar Ale Cipollini reed dat terug en wilde voor een massasprint gaan. Dat deden ze goed, want een renster van hen won de etappe.”
Ashleigh veilig
Bij Bigla hielden ze zich vooral bezig met hun kopvrouw voor het klassement. “Wij deden een lead-out voor Ashleigh, om haar zonder tijdverlies naar de finish te brengen. Dat is gelukt en dus was het een prima dag voor ons, waarbij ook niemand van ons is gevallen. Iedereen is nog steeds ok. Alleen Doris Schweizer, die gisteren hard gevallen is, heeft het wel wat moeilijk. Hopelijk komt zij er doorheen, want zij is een van de meiden die bergop tot de beteren behoort. Morgen ligt de finish op de Aprica. Die is niet steil, maar we rijden dan wel lang bergop. Zo’n dertig kilometer klimmen en dan de finish op 1200 meter hoogte.”