Stiphout wilde ik gebruiken om nog een keer goed intensief te trainen voor Zweden en bovendien weer wat snelheid op te doen. Aangezien ik als enige van mijn team aan de start stond, lukte dat intensief rijden wel prima. Een paar ronden voor het einde reden er weer een paar rensters weg en ik kon in tweede instantie naar deze groep toerijden, zodat we met zeven vooruit zaten. Ik had daarvoor al wel zoveel gedaan, dat het beste er wel af was. In de groep werd afgewacht tot de sprint, waarbij Chantal Blaak en ik allebei werden verrast door een Australische baanrenster die opeens heel rap bleek te zijn. Ik wist Blaak net voor te blijven en werd tweede.