We sloten ons trainingskamp met de nationale selectie af met een vlakke wedstrijd van 11 rondjes van 11 kilometer in Cornaredo (bij Milaan). Na ’s nachts eerst nog een aardbeving te hebben meegemaakt, stonden we in de regen aan de start van een echt Italiaans rondje met veel putten, gaten en bochten.
“Allemaal in ons voordeel” was de mening van onze bondscoach Johan Lammerts. Na de tweede ronde zouden we doortrekken met ons hele team, maar vanuit de start reed er al een groep weg met Marianne, Iris, Anna, Sabriena en Loes van oranje erbij. Toen Marianne doortrok sprong Iris mee en door een valpartij viel er een gat, zodat ze met z’n tweeën vooruit kwamen te zitten met nog meer dan 100 kilometer te gaan. Het Cipollini team, dat met 10 rensters aan de start stond, gingen met z’n allen rijden, maar elke bocht verloren zij ten opzichte van Marianne en Iris. Voor mij en de overige rensters van oranje resteerde een wedstrijd van meespringen om aanvallen te neuraliseren. In de een na laatste ronde was de voorsprong groot genoeg geworden en reed ik nog alleen weg. Loes kwam later nog aansluiten en zo maakte we de top vier compleet! Onze bondscoach had gelijk: bochten, regen, draaien en keren; “Allemaal in ons voordeel”.